LOKAAL WAARDEKETENMODEL:
ANDERE KIJK OP SPULLEN
De noodzaak van een groene, duurzame toekomst is kristalhelder. Onze spullen én de manier waarop we met ze omgaan zullen gaandeweg anders worden. Waar het kan komen ze niet meer van de andere kant van de wereld, maar worden ze lokaal gemaakt van lokale materialen. En als ze kapot zijn, worden ze gerepareerd of kan het materiaal worden hergebruikt. Zo’n toekomst klinkt ver weg, maar komt razendsnel dichterbij. Al in 2050 moet de Nederlandse economie volledig circulair zijn. Hoe komen we daar?
Lokaal waardeketenmodel
House of Design maakt de circulaire maakindustrie inzichtelijk met een eigen model: het lokaal waardeketenmodel. Dit model laat in één oogopslag zien welke schakels we moeten verbinden en welke doelen daarbij horen. De doelen staan in de buitenste ring: verbinding in de regio, geen afval, biodiversiteit, minder CO2uitstoot, trots, werkgelegenheid, verbinding tussen beleid en circulair ondernemen, en een ‘closed loop’ waarmee de kringloop compleet wordt. Om dit te bereiken verbinden we de schakels en de daarbij behorende stakeholders: producteinde, ontwerp, materiaal, productie & logistiek, kennis & educatie, en markt & beleid. Elke schakel is even belangrijk en zit bovendien als het ook maar even kan binnen een straal van 150 kilometer. Op die manier houden we de waarde zo veel mogelijk lokaal.
MATERIAAL
Welke gewassen worden er al geteeld in de regio? Welke bruikbare planten gedijen goed en kunnen hier succesvol verbouwd worden waar uiteindelijk producten of gebouwen van gemaakt kunnen worden en tevens bijdragen aan de biodiversiteit?
Binnen de lokale waardeketen kijken we naar wat er al is (of was) en zoeken we naar materialen die hernieuwbaar of herbruikbaar zijn en geen afval veroorzaken. De focus ligt op lokale organische grondstoffen en technische afvalmateriaal (metalen en kunststoffen). Hernieuwbare grondstoffen vormen de basis voor bijvoorbeeld biokunststoffen, bouwmateriaal of textiel. Afvalmateriaal of restmateriaal krijgt nieuw nut. Het vermindert niet alleen de hoeveelheid afval, maar zorgt ook voor een extra of nieuw verdienmodel voor agrariërs. Om te weten wat nu de juiste keuze van materiaal is moet de milieu-impact gemeten worden, dit wordt gedaan middels een LCA (Levenscyclusanalyse).
ONTWERP
De rol van het ontwerp en de ontwerper is belangrijk. Heel belangrijk. Maar liefst 80 procent van de kosten en milieubelasting van een product wordt bepaald door het ontwerp. Het kan dus veel opleveren voor bedrijf en milieu, als een ontwerper al in een vroeg stadium bij een productvraag wordt betrokken. De ontwerper kiest bijvoorbeeld het materiaal en de techniek waarmee het product gemaakt wordt. Lokale makelij is meestal duurder dan massaproductie. Het ontwerp kan eraan bijdragen dat het product er waardevol uit ziet, zodat het langer wordt gebruikt. En wat gebeurt er als het voorwerp kapot is? De ontwerper neemt deze vraag mee in het ontwerpproces en bepaalt daarmee de waarde van de grondstof die overblijft.
PRODUCTIE & LOGISTIEK
Geen spullen zonder makers. Lokale productie scheelt transport en dus CO2-uitstoot. Bovendien is het goed voor de lokale economie en werkgelegenheid. Om van grondstof tot halffabricaten te komen en van die halffabricaten producten te maken, hebben we dus een lokale maakindustrie en lokale productiecapaciteit nodig. Lokale handen die gewoon iets bijzonder moois kunnen maken. Daar is nu amper sprake van. De maakindustrie is bijna volledig uit Nederland verdwenen; het grootste deel van de productie wordt uitbesteed aan verre landen. Hoe halen we dat deel van de keten weer naar hier? Sommige processen zullen eerst nog in andere landen moeten plaatsvinden. Maar hoe meer de vraag groeit, hoe aantrekkelijker het wordt om te investeren en op te kunnen schalen. Zo halen we de vakkennis en productie opnieuw naar onze regio.
KENNIS & EDUCATIE
De vraag naar circulair denkende en werkende mensen zal steeds groter worden. Wat moeten ze leren en kunnen? Enerzijds mogen we de oude kennis die nu nog bij ambachtslieden aanwezig is niet verloren laten gaan of zomaar terzijde schuiven. Anderzijds hebben we nieuwe kennis nodig op het gebied van duurzame processen, digitaal produceren en nieuw ontwikkelde hernieuwbare materialen. Samenwerking met kennisinstellingen is daarom heel belangrijk. Zij kunnen onderzoek doen en proeven maken van diverse materialen. Bovendien spelen zij een sleutelrol in het opleiden van de uitvinders en vakkundige makers van de toekomst. De mix van oude en nieuwe kennis moet vervolgens gaan leven, gaan bruisen en vooral veel uitgewisseld worden. Want circulair werken is binnenkort niet meer het domein van een stel groene dromers; het wordt bliksemsnel mainstream.
MARKT & BELEID
Een product kan nog zo mooi en circulair ontworpen zijn; het heeft weinig bestaansrecht, als niemand het wil hebben. Die vraag stimuleren kan nog best lastig zijn. Een circulair product kost immers meer dan we gewend zijn. Dat is logisch; voor lokale productie worden Nederlandse lonen betaald en het is meestal geen massaproductie. Uitleg over hoe de prijs tot stand is gekomen kan helpen. Een mooie plek hiervoor is het productlabel. Een bredere bekendheid van circulaire producten vraagt bovendien om organisaties die voorop willen lopen, bijvoorbeeld als eerste grote afnemer van een nieuw product. Ook aanbestedingen zijn een uitgelezen kans voor de overheid om circulariteit aan te jagen. Zo geven organisaties het goede voorbeeld en kunnen ze het vliegwiel van de lokale waardeketen aanzwengelen.
PRODUCTEINDE
Het einde is eigenlijk het begin. Het verminderen van afval is immers vaak de aanleiding om naar een meer circulair proces te zoeken. Wat gebeurt er met een product wanneer het kapot is? Of als de eigenaar het wil vervangen door iets anders? In een circulair systeem kunnen afgedankte producten of grondstoffen worden hergebruikt of zo de grond weer in. Wanneer de grondstof van waarde is, gaan we er ook zorgzamer mee om. Denk aan het effect van statiegeld op flessen. Kunnen we deze kringloop ook toepassen op andere materialen? Hiervoor is tijd en inzet nodig. Stapje voor stapje zullen we toe moeten groeien naar een echte kringloop. Grondstoffen worden immers steeds schaarser. En misschien nog wel belangrijker: voor ons milieu is het van levensbelang.